birgit Over de eerste keer “wijn maken” spreken we niet. Het was echter wel een erg gezellige dag bij de buurtjes, maar slechte azijn is een betere omschrijving ; ) . Dit jaar van onze eigen druiven, volgens recept en het smaakt lekker! Een beetje jong nog, maar de smaak zit er goed in.
Het begon met het oogsten van de druiven, blauwe druiven. Ongeveer 14 kilo. Alle druifjes van de trossen en afgespoeld met water. Daarna in een oplossing van sulfiet en water om ze echt schoon te maken en daarna weer afgespoeld met water omdat we zo min mogelijk sulfiet in de wijn willen. Met een Passe-vite of roerzeef, hebben we de druiven gekneusd. Op deze manier komt het vocht vrij en kunnen de pitten en velletjes extra smaak en kleur geven aan de wijn.
Zonder de velletjes wordt de wijn niet rood namelijk. Het gehele mengsel gaat in een fermenteer emmer voor de eerste gisting. Tijdens het schoonmaken, hebben we een gist starter gemaakt met wijngist. De gist en extra suiker erbij.
Twee/drie keer per dag de velletjes die boven drijven weer onderduwen. Doe je dit niet, dan is het mogelijk dat het gaat schimmelen, en dat willen we natuurlijk niet. Wij hebben 3 keer extra suiker toegevoegd voor het gisten stopte. We zaten namelijk nog niet op de juiste SG voor de minimaal 10% alcohol die we graag wilden. Uiteindelijk hebben we ons doel getal bereikt en heeft de wijn iets meer dan 10% alcohol en is daardoor langer houdbaar.
Na het vergisten hebben we de wijn overgeheveld in een glazen gistfles. De overgebleven velletjes hebben we uit laten lekken en dat vocht ook de fles gedaan. Nu is het een kwestie van wachten tot de wijn helder is (klaren), eventueel kun je hem nog eens overhevelen. Bij het overhevelen laat je de smurrie onderin zitten en tap je alleen de heldere vloeistof af.
Als je tevreden bent over de helderheid en smaak van de wijn, kun je hem gaan bottelen. Wij hebben uiteindelijk 10 flessen van 0.75l kunnen vullen. Hij is geslaagd! Het is echt een rode wijn, wat minder donker van kleur, maar dat proef je niet. Proost!
